YVONNE VERHEY EN EVERHARD MULDER
“Werken met niet-eigen energie” (1995)
In mei 1995 organiseerde de SRN een vierdaagse workshop over werken met niet-eigen energie. Een viertal docenten/therapeuten trad in het voetlicht om de deelnemers hun specifieke ideeën, ervaringen en aanpak te tonen. Dat maakte deze workshop tot een afwisselend en boeiend geheel.
Deelnemers Yvonne Verhey en Everhard Mulder doen in dit artikel verslag van respectievelijk de eerste dag met Hans ten Dam en de laatste dag met Rob Bontenbal. Een zeer verschillende visie en aanpak, blijkt. Waar Ten Dam meer en meer met het weghalen van niet-eigen energie werkt, staat voor Rob de eigen energie en mogelijke ‘gaten’ daarin, centraal.
I. HANS TEN DAM
Voor hem is “Therapie een uit de hand gelopen hobby” en voor de cliënt is “Leven iets wat tussen twee sessies in gebeurt.” Hans werkt vandaag uiteraard met karmische transacties, zijn absolute primeur en stokpaardje. Iets van de een zit in de ander, en iets van de ander zit in de een. Het wezenlijke van een karmische transactie is dat de cliënt vrij is van alle energie en emoties van de ander. Met karmisch bedoelt Hans dat een ervaring met iemand een karmische uitwerking heeft. Hij past het vooral toe in twee soorten situaties: bij hevige energie-uitwisseling tijdens een trauma én als een klacht steeds maar terugkomt.
Ex partners
Vooral bij vrouwen kom je aangehechte energie van ex-mannen tegen. Vaak is woede jegens de man (en zichzelf) achterwege gebleven. Die is dan gekoppeld aan het beeld van de man en blijft maar achtervolgen. Er blijft iets hangen, het is alsof het kleeft. Je kunt dit als therapeut herkennen als je met een gescheiden cliënt een aantal sessies doet en het oude patroon na verloop van tijd steeds weer terugkomt, plus de angst daarvoor.
Dik kans dat die cliënt rondloopt met energie van de ex-partner en vice versa. Hij/zij kan pas weer op eigen energie keuzes maken als die energieën zijn losgemaakt en uitgewisseld.
Etherische energie aftap
Een goed voorbeeld is de relatie tussen priesters en priesteressen. De priester oefent invloed (macht) uit door middel van kracht en kennis op de vrouwen, die getraind worden om zich hiervoor open te stellen. Ze worden al vroeg uit huis weggehaald en geselecteerd op een bepaalde kwaliteit. Dat éne talent wordt ontwikkeld, al het andere ontkend en onderdrukt. Zijn ze ongehoorzaam dan worden ze vervloekt. Er vindt een soort etherische aftap van energie plaats; de mannen parasiteren op de vrouwen. Kijk maar naar de vrouwen in religieuze bewegingen: zelfs als ze in ’t begin mooi zijn, wat zelden zo is, zie je ze in no time verwelken! De mannen daarentegen floreren zichtbaar; ze laden zich op aan de dienstbare energie van de vrouwen. Meestal komt er vroeg of laat ook seks bij, want priesters zijn niet gecastreerd. Eerst moet worden teruggehaald wat van de vrouw is, waarna de priester meestal in elkaar schrompelt. Daarna kan en mag zij de omvang van haar eigen energieveld terugnemen. Daarom is het goed om je cliënt te laten verwoorden wat dat voor hem/haar inhoudt.
Energetische verknopingen
Voorbeelden van andere energetische verknopingen zijn:
- Ouders (zowel levende als dode) versus kinderen. De terroriserende ouder(s) voeden zich met de angstenergie van de kinderen (en vaak ook de moeder). Angst is bij uitstek een middel om toegang tot anderen te verkrijgen. In het gat dat dan bij het kind ontstaat, kan iets van de ouder gaan zitten.
- Beulen versus slachtoffers. Hier gebeurt hetzelfde, maar alleen als er een vorm van persoonlijk contact was. Is er sprake van karmische relaties in vorige levens, dan is de verknoping nog veel sterker. Hetzelfde geldt overigens ook voor verkrachters versus slachtoffers.
- Moeder versus ongeboren kind. Het kan beginnen bij de ziel van het kind, dat bijvoorbeeld zekerheid aan moeder geeft als zij bang is, maar daardoor zelf opgescheept raakt met de onzekerheid van moeder.
- Verscheurde kinderen versus verscheurend dier. Een kind wordt opgegeten door een wild dier bij wijze van offerritueel. De ziel van het kind kan in het beest gaan zitten. Als de ouders meedoen aan het offeren, keert de ziel van het stervende kind zich in totale paniek naar de sterkst aanwezige verbindingskracht: die van het dier. Wanneer later het dier sterft, wordt de kinderziel als het ware gedrenkt in de energie van het dier. Incarneert het kind opnieuw, dan gaat die dierlijke energie met het kind mee.
- Therapeuten versus cliënten. Denk aan overdracht en tegenoverdracht.
Hetzelfde geldt voor leraar/leerlingen(-groep), en acteur/publiek. De uitwisseling is dan echter niet persoonsgebonden.
Soldaat
Meestal is de energie één op één uitgewisseld, maar het kan ook ingewikkelder verknoopt zijn. Voorbeeld: een soldaat sterft onbewust met de gedachte: “Ik moet dóórvechten.”. Vervolgens sterft hij in een tank, daarna in een vliegtuig, etc. De eigenlijke dood is die van de vechtende soldaat, alles wat daarna komt is aangehechte energie van andere mensen die vechtend sterven. Je kunt die aangehechte stervens herkennen aan de herbeleving, die blijft vlak en emotieloos.
Stuur niet-eigen energie altijd terug naar de eigenaar. Hans heeft nog nooit ervaren dat dat slechte gevolgen heeft gehad, maar vindt dat je wel moet checken hoe de ander reageert. En, als de cliënt te laf is, is de therapie ook nog niet af. Is de cliënt te begrijpend, dan is de eigen woede nog niet ontladen. Als de cliënt doorschiet naar de polariteit (slachtoffer/dader), is hij duidelijk nog niet helemaal vrij.
Aandachtspunten
Bij dergelijke verknopingen zijn de volgende aandachtspunten van belang:
- Let bij onthoofdingen erop dat het sterven twee keer doorgewerkt wordt: één keer vanuit het lijf en één keer vanuit het hoofd.
- Let bij alle sterfervaringen van vrouwen op eventuele zwangerschap van de stervende. Ook die energie moet worden losgemaakt.
- Ga eerst naar de oudste transactiesituatie, als dat kan. De volgende zijn vaak een herhaling.
- Wissel bij voorkeur uit op eigen, vertrouwd terrein. In de afronding kun je de resultaten ook checken op eigen terrein in het hier en nu.
- Als er bloed bijkomt: vraag altijd of het jong/vers of oud is. Dat geldt ook voor pijn en/of emoties.
Hans geeft nog een paar belangrijke instructies die je kunt gebruiken in een sessie:
- “Ga terug naar een tijd en plaats waar de oorzaak ligt”;
- “Laat de oorzaak van …(aanhoudende klacht) nu binnenkomen”;
- “Alles wat je nu terug kunt sturen, stuur je nu terug”;
- “Is het een ruimte die iets geeft of iets vraagt?”.
Definitie van energie
Energie is wat je in je voelt, wat je zichtbaar maakt en met elkaar verbindt. Alle energie is ether, het etherische lichaam (het vehikel van vitaliteit – Ring van Licht). Een vrije geest stuurt dat lichaam zelf aan, met in acht name van de kennis van de wetmatigheden waaraan het onderhevig is. Er is altijd een lichamelijke correlatie met wat er etherisch gebeurt, daarop kun je de authenticiteit van de ervaring checken. Een diepgaande lichamelijke catharsis kan zelfs gepaard gaan met echte stank.
Eigen sessie met Hans
Na deze uiteenzetting onderga ik zelf een demo met Hans, waarbij een laatste restje plakkende energie van m’n ex-partner wordt verwijderd. Een nerveus gevoel wordt een oranjerode, vlammende bal die bij m’n ex L. hoort. M’n buik draagt een slecht geheeld litteken van het losscheuren van de band destijds. Vanuit een veilige plek voor mij wordt dit geankerd, waarna L. mag binnenkomen. Er valt absoluut niet met hem te praten. Met behulp van kosmische energie die Hans door mijn kruin laat binnenkomen geef ik de oranje energie aan hem terug. Dat gaat heel moeilijk, stukje bij beetje, in z’n ogen, oren, neus en het allerlaatste brok door z’n mond. Als het gelukt is, geef ik er voldaan nog een klapje op: ziezo, dat is dat. Hierna voel ik ruimte in m’n borst, waar een kalme, groene, gladde, ronde energie in hoort die, eenmaal vormgegeven, spontaan wordt opgevuld met een vijver met witte waterlelies. Dan komt de scheur aan de beurt, roodbruin, gekarteld, slecht geheeld. Terwijl ik erop focus en Hans vraagt waar het mee te maken heeft, voel ik een lachbui uit m’n buik opwellen; ik schud letterlijk van het lachen als ik naar L. kijk die maar staat te ploeteren met z’n oranje smurrie in z’n hoofd. Het litteken vervaagt: catharsis! Inzicht breekt door: in het voorgesprekje zei ik alles te hebben ontladen: boosheid, verdriet en angst. Maar … ik heb er nooit om kunnen lachen! Dat vermogen heb ik nu teruggehaald. Een vette grijns tekent mijn wangen. Hans checkt of er nog wat zit. Ja, maar daar wil ik nu niet mee verder. Ik weet echter wat me te doen staat.
Oefenen
Na de lunch vormen we groepjes van drie om zelf te oefenen. Ik beperk me tot de monitor-rol vandaag, de demo werkt nog wat na. De oefensessies verlopen nogal probleemloos; tevreden stelt Hans vast dat we allemaal duidelijk merkbaar ervaren therapeuten zijn. Hij vervolgt met nog een ietsje theorie.
Energetische toestanden zijn: bewusteloosheid, verwarring, leegte, verlamming, moeheid, afwezigheid, niks. Zorg dat je cliënt er een vorm aan geeft zodat hij het buiten zich kan plaatsen: “Je ziet het als een soort substantie uit je komen …” Gaat het moeilijk: “Heel langzaam zie je …” Is er sprake van een dubbel gevoel, dan moet je de boel splitsen in twee of meer stukken. Hier kun je brokken maken als je niet alert bent, bijvoorbeeld eigen energie wegsturen of een obsessor integreren!
Hans somt de volgende energietransacties op:
- Spiegeltransacties: uitwisseling van vergelijkbare energieën, zoals wederzijdse woede, of verdriet.
- Compensatietransacties: uitwisseling van tegengestelde energieën. Dat uit zich ook in de kleur, plek, en/of vorm.
- Driehoekstransacties: tussen drie personen die elkaar goed kennen. A verliest energie aan B, en krijgt iets binnen van C. Als de transactie niet goed lukt, check of er een derde in het spel is. Er kan ook iets niet-karmisch, bijvoorbeeld iets stoffelijks binnenkomen.
- Verschuivende transacties: uitwisseling van energieën van verschillende niveaus/kwaliteit/hoedanigheid. Bijvoorbeeld: wel- en niet-geïncarneerde energie.
- Incarnatietransacties: redelijk bewuste zielen in onbelichaamde staat. Het werktuig etherlichaam past ze niet goed als ze incarneren. Ze laten een stuk (kennis) achter, voelen zich geamputeerd. Het gat wordt opgevuld met alles wat bij een geïncarneerde staat hoort: seks, drugs et cetera, waar ze niet mee overweg kunnen. Dus: verlies van kennis/wijsheid versus het krijgen van lage stoffelijkheid. Bij dit soort transacties kun je de troep niet zomaar terugsturen, het kan alleen helen door groei.
Demo
Als besluit van deze beslist zeer energetische dag wil Hans nog een demo doen. Hij bestelt een cliënt die met iets heel ouds zit en er al veel aan gewerkt heeft. Er volgt een merkwaardige sessie, waarin we binnenkomen in wat later een buitenaardse aanhechting van de cliënt blijkt te zijn. Hans zoekt het moment op vlak voordat die energie in haar komt en dan pas wordt het duidelijk. Maar ’t wordt een gecompliceerd geheel met nog meer aanhechtingen uit de verte. Uiteindelijk blijkt de cliënt een kosmonaut te zijn die een ruimteschip bestuurt. Op een onbewaakt moment ‘plopt’ er een energie uit de ruimte in hem, hij verliest z’n besturingsvermogen en de zaak explodeert. De transactie is mooi: met begrip en vriendelijkheid maar heel beslist stuurt Hans het weg, naar waar het thuishoort, met de beste wensen van cliënt en therapeut. Het ‘ding’ werd aangetrokken door het grote aura van cliënt in een Atlantisleven. Hierna kan cliënt haar eigen formaat weer aannemen. Dat is wennen, na al die tijd. Ik vond het weer een belevenis met Hans, vooral om nu eens zelf te voelen hoe zijn techniek werkt. Die werkt dus prima, maar dat komt vooral door zijn overtuigingskracht. Zijn sterk sturende instructies hebben alleen effect als je er honderd procent in gelooft. Hoewel ik weet dat Hans’ werkmodel het mijne niet is, heb ik er veel aan en vind ik voor karmische transacties ongetwijfeld een eigen werkvorm.
II. ROB BONTEN BAL
Tijdens mijn opleiding heb ik veel te weinig les van hem gehad naar mijn zin. Er was altijd wel iets: hij gaf net les in de andere groep, hij had net ‘iets’ in het buitenland of hij had net letterlijk of figuurlijk z’n hoofd gestoten, hetgeen hem razend kan maken zoals hij eens bekende. Kortom, ik leed min of meer ernstig onder een ‘gebrek aan Bontenbal’ en verheugde me dus op de vierde dag van de workshop ‘Werken met niet-eigen energie’, waarop ik hem een hele dag zou mogen meemaken. Hij stelde me niet teleur. Het werd een leerzame dag met humor, snelheid, een goede demo, gewaagde stellingen en anekdotes en aan het eind een grote geruststelling.
Een open deur en een haakje
Rob begint ermee dat hij vroeger wel, maar de laatste tijd steeds minder vreemde entiteiten tegenkomt in zijn werk. Schrikken ze soms van zijn uiterlijk, zijn uitstraling, zijn charisma? Nee, volgens Rob ligt het aan zijn manier van werken, die nogal veranderd is sinds hij afstudeerde. Daarvan wil hij ons verslag doen en ik spits de oren. Van deze ervaren collega valt wat te leren. Plots is het of er een deur voor me open gaat, want wat heeft Rob geleerd? Dat als er sprake is van niet-eigen energie, er ook sprake moet zijn van eigen energie. Ongelofelijk! Ik sta even paf van zoveel wijsheid, inzicht en ervaring! Maar volgens Rob is er wel degelijk zoiets als eigen energie en daarmee is hij juist steeds meer gaan werken. Bij Fiore en Baldwin (en niet alleen bij hen) ligt de focus vrijwel uitsluitend op de niet-eigen energie; zij vinden dan ook tientallen aanhechtingen, obsessoren en ander gespuis. Waar Rob zich op richt is de vraag: waarom en waarop hecht die vreemde energie zich bij een cliënt aan? Wat is het haakje? Deze vraag betekent tevens dat de cliënt zelf verantwoordelijkheid draagt voor de aanhechting. Immers: het is zijn/haar haakje en als je dat ontdekt en weghaalt, kan er ook niks aan blijven hangen. Dus: werken met eigen energie om de niet-eigen energie geen kans te geven. Hoe doet Rob dat?
Het voorgesprek
Al in het voorgesprek probeert Rob zo snel en effectief mogelijk zicht te krijgen op de thematiek achter de symptomen. De symptomen zijn vertrekpunt, maar daaronder worden de thema’s zichtbaar. Het gaat dan natuurlijk om wat chronisch aanwezig is bij iemand: de thematische energie die zich door middel van herhaling manifesteert. Hiermee werkt Rob de hele biografie af, zo ver mogelijk terug. Vaak is de thematische energie al voelbaar in de eerste ontmoeting van de ouders, hun relatie, bij de conceptie en de geboorte. Wanneer mensen in een dergelijk uitgebreid voorgesprek zicht krijgen op hun thema’s en patronen, en (dus) ook op hun eigen verantwoordelijkheid daarin, worden ook allerlei projecties duidelijk, alsmede het haakje waarover we spraken. Het herkennen van projecties koppelt direct al veel vreemde energie los. Soms is het duidelijk worden van de patronen al een hele inzichtelijke schok voor de cliënt. De daarop volgende therapie vult dat verder aan en verklaart nog meer, maar de ‘Aha-erlebnis’ ligt toch vaak al in een dergelijk voorgesprek.
In- en excarneren
Rob heeft nóg iets ontdekt: er is altijd een conceptiemoment geweest bij je cliënt. Je kunt altijd teruggaan naar Pa en Ma die ‘het’ doen. De MES-sen van die twee (ook tijdens het vrijen) kun je opvragen, hoewel cliënten daarvoor vaak schroom hebben. Die twee energieën worden tot één MES, die ervoor zorgt dat je cliënt daar bij die ouders incarneert. Laat de cliënt ervaren hoe hij/zij daarheen gezogen wordt. En tevens kan diezelfde MES gebruikt worden om terug te gaan naar het sterven ervoor dat ermee verbonden is. Cliënten herkennen dan vaak hoe hun eigen thema’s en symptomen ervoor zorgden dat ze bij die ouders kwamen: vaak om af te maken wat onaf is gebleven in dat sterven van toen. Je ouders van nu bieden je daar kennelijk de beste kans voor, anders was je waarschijnlijk wel ergens ander beland. Wanneer je je daar eenmaal van bewust bent, zijn die oudelui zo beroerd nog niet! Op deze wijze kan veel aangehaakte, ouderlijke energie worden losgekoppeld.
Oertrauma begin van het patroon?
Veel mensen ervaren een diep gevoel van vervreemding; ‘ik hoor hier niet’. In ‘het oer’ is er alleen maar energie. Er is geen individualiteit, eigen en niet-eigen energie bestaat er niet. Maar plots is dat er wel: een moment van afsplitsing, een impuls tot individualisering in welke vorm dan ook. Er wordt iets als een lichaam ervaren, waarmee je pijn maar ook lust kan ervaren. Bewustzijn van eigen en niet-eigen energie ontstaat. Polariteit ontstaat. Daar is al sprake van een toonzetting: hoe ga je om met de niet-eigen energie? Roept die angst op? Voel je je beschermd of juist niet? Ook hier kunnen we het eigen, unieke haakje van de cliënt al aantreffen.
Verkeerde landing?
Tja, wat is verkeerd, vanuit welk standpunt bezien? Daarover kun je lang discussiëren en dat wordt dan ook gedaan. Rob lanceert de volgend stelling: laten we uitgaan van een onverwerkt sterven. De ziel gaat ronddolen en ervaart (voor zover dat daar kan) een MES. De emoties, gedachten en het lichaamsgevoel gaan door. Die ziel treft eenzelfde MES bij die specifieke ouders aan, meestal bij de conceptie, en wordt daar geboren om het onaffe alsnog af te maken. Maar vindt zo’n ‘landing’ altijd plaats in een nog onbezield lichaam? De energie kan wel eens niet in een baarmoeder, maar in een al levende persoon met een soortgelijke MES incarneren en in die zin een ‘verkeerde landing’ maken. Een ziel zoekt naar de eerste (en niet altijd de beste) mogelijkheid om iets af te maken en kan een incarnatie, maar ook een obsessie worden. Mensen die erg open staan, de ‘pleasers’, de helpers zijn hier vatbaar voor. Zij hebben vaak een (onbewust) schuldgevoel. Is dat niet het haakje?
Therapeuten en hun haken
Rob vraagt of we eerlijk willen zijn. Dat moet hij wel vragen want dat zijn we onder elkaar vaak niet. Eindeloze verhalen vertellen we over onze schitterende sessies, over de talloze obsessoren die we wegsturen; niks is ons meer onmogelijk. Overigens stonden we vóór het behalen van ons diploma Reïncarnatietherapeut allemaal nog bol van de stress en maakten we vele blunders. Dat schijnt allemaal over te zijn door dat ene (overigens niet eens zo mooie) papiertje aan de wand. We spreken vervolgens over het ‘kleine goeroe-syndroom’: waarom willen wij zo nodig mensen helpen? Waar komt dat vandaan? We zoeken naar waardering, willen de eeuwige redder zijn, we verbergen onze faalangst en hulpeloosheid onder zelfgenoegzaamheid. We vinden dat we open moeten staan en alles begrijpen, we willen de moeder uithangen, we worstelen met geld en voelen ons eenzaam in ons vak. Dat zijn allemaal punten waarop entiteiten kunnen aanhechten. En als we ons niet bewust zijn van het gevaar daarvoor, branden we op. Daarom pleit Rob ervoor steeds met ons eigen proces bezig te blijven; wijzelf zijn ook niet vrij van haken en ogen en dit vak vergt van ons daar alert op te zijn: niet alleen bij cliënten, maar ook bij onszelf.
Broer van nu was man van toen
Ik zat in het eerste jaar van de opleiding en wij mochten nog niet meedoen aan Woolger’s eerste workshop in Nederland. Daarna sprak men opeens van ‘Woolger-sessies’. Die stonden borg voor veel lawaai, geschreeuw en gedoe. De ene na de andere eerstejaars onderging in de leertherapie ‘een èchte Woolger- sessie’. Helaas was mijn leertherapeut erg goed op mij afgestemd. Nooit een èchte Woolger-sessie gehad. Zo blijkt er ook sprake te zijn van een ‘Bontenbal-sessie’: borg voor veel gesjor, stemgebruik, vingergeritsel en misbaar. Rob voldeed tot verbazing van enkelen niet aan deze (onterechte?) verwachting. Hij gaf een staaltje van perfect afstemmen. En dat kan ik goed beoordelen want het was mijn partner die ging liggen met de vraag: “Waarom is mijn broer zo’n haakje in mijn leven? We zijn zo vervlochten, ik kan er niet tegen als we ruzie hebben. Dan sterft een deel van me.” En zij, die nooit geloofde in karmische relaties, vindt zichzelf terug in een leven waarin hij, toen haar man, weg moet en onderweg sterft. Een diepe depressie en totale zinloosheid bij zijn weduwe achterlatend: “zonder jou kan ik niet leven”. Bij haar sterven is er angst: vind ik hem terug? Na ronddwalen in diepe duisternis en flarden doemt Haarlem op: daar is hij al geboren. Dus daarheen. Zonder hem is er geen leven. Het haakje is duidelijk, de renovatie mooi en de actualisatie helder.
Van demo tot demonen
Demonen kunnen ontstaan uit eigen entiteiten, bijvoorbeeld tijdens satanische rituelen. Gedachtenconcentraties verzelfstandigen zich. Ook kan kwaadaardige energie vanuit de aarde opstijgen, of ons vanuit andere planetenstelsels komen lastigvallen; je kunt van alles tegenkomen. Maar demonen, kijk uit, want Rob gaat op onderzoek uit. Is het echt allemaal vreemde energie, of eigen projecties? Veel weten we er nog niet van. Blijft de vraag: Hoe voorkom je beïnvloeding van jezelf? Werk aan je haakje: zonder haakje geen demon. Werk energetisch: maak je sterk, scherm je af, geef een eventuele vreemde entiteit met autoriteit een plek in je werkkamer en laat die daar tot later. Tenslotte: haal er een ander bij als je het alleen niet kan of durft. Angst is een grote haak.
Hemelbier
Rob was achtendertig jaar atheïst. Het doet mijn (dominees)- hart toch goed als hij aan het eind van de dag blijk geeft alsnog God gevonden te hebben. Niet als een projectie van louter goedheid en zuiverheid, maar als een eenheid van polariteit: wit en zwart, goed en kwaad. In die zin zijn demonen niet louter kwaadheid, zoals het goddelijke niet louter goedheid is; het is een en hetzelfde. Een diepe gedachte, die bij Jung al terug te vinden is. Maar wat niemand wist, ik ook niet: Rob weet zeker dat de bars in de Hemel 24 uur open zijn. Ooit stuurde hij met die belofte een obsessor weg die exorbitant veel alcohol nodig had. Was Rob’s belofte niet waar dan mocht-ie terugkomen. Heeft-ie niet gedaan, dus…. in de Hemel is wel degelijk bier en 24 uur per dag. Wat een geruststelling! Rob, bedankt en ik trakteer je daar te zijner tijd gaarne op een stevige pils!