ONNO PEPER
“Samurai” (1994)
Als reïncarnatietherapeut krijg je regelmatig te maken met andere zeden en gewoonten, tijden en culturen. Onderstaande sessie is een mooi voorbeeld van zo’n antropologisch uitstapje. Maar als de therapeut de Japanse Samurai -die de oorzaak blijkt te zijn van de klachten- bij de cliënte wil integreren, stuit hij op onverwachte problemen.
Mijn cliënte heeft last van een pijnlijke stijve nek en schouders. Door het laten herhalen van haar woorden “Mijn hoofd gaat eraf, ik word terechtgesteld”, belandt ze in het leven van een Japanse Samurai, die door de secondant van zijn eigen meester wordt onthoofd.
We gaan terug naar het moment van inwijding: staande voor ‘de meester’ geeft deze hem het bevel om zichzelf te doden. Ondanks een flits van teleurstelling (“wat zinloos”), weet hij precies wat hij moet doen; razendsnel bereidt hij zich voor op de daad door in gedachte een ‘reislijn’ te creëren van zijn ‘hara’ naar de laagstaande zon aan de horizon.
Gehoorzamend stoot hij toe met zijn dolk, maar vlug schuift iemand ter bescherming een stuk hout voor zijn buik. De test van onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan de meester is met goed gevolg afgelegd.
Innerlijk conflict
Met moeite komt hij terug. In die flits had hij zich al vereenzelvigd met de dood, maar nu voelt hij zich bedrogen en de twijfel slaat toe. Twijfel aan de integriteit van de meester en het Samurai-zijn. En een Samurai twijfelt niet! Vanaf dat moment voelt hij contact met de gevoelsmens, de dichter in hemzelf. Beelden en gevoelens komen bovendrijven van een geisha die hem liefheeft en de luit voor hem speelt. Het innerlijke conflict tussen de gevoelsmens en de militair geprogrammeerde Samurai is verscheurend en veel te groot voor deze in wezen zo eenvoudige man. Zijn opstand blijkt in feite symbool te staan voor het begin van verval van het Samurai-systeem. Ik ga met mijn cliënte naar het moment van veroordeling. Een vrouw zit huilend op de grond, terwijl haar jongetje aan een armpje omhoog wordt gehouden. De Samurai wordt bij zijn meester geroepen en krijgt bevel het kind te doden. In een flits wordt hij zich bewust van de waanzin waartoe blinde gehoorzaamheid aan het systeem kan leiden. Hij besluit te kiezen voor het individu -voor zichzelf en het kind- ongeacht de consequenties. Die zijn niet mis: de weigering zal hem letterlijk de kop kosten. Het meest vernederende is dat hij terechtgesteld wordt als ware hij een vrouw: de eer om de hand aan zichzelf te slaan wordt hem ontnomen. Ik vraag met welke kreet het zwaard neerdaalt, om vervolgende op mijn beste Japans met een zeer overtuigende kreet mijn cliënte te onthoofden.
Eervol sterven
Vervolgens blijkt dat de beul met opzet zo (on)diep geslagen heeft, dat hij niet gelijk dood is. Evenals bij de eerder genoemde inwijding merkt de Samurai dat hij nog leeft, hoewel hij in gedachten al op reis was naar de zon. Hij hoort de menigte lachen, waardoor een diepe woede in hem wakker wordt. Op dat moment besluit hij alsnog eervol te sterven, maar schiet in een totale verstarring en sterft dus in shock. In het hier en nu blijkt het zwaard ‘vast’ te zitten op de behoefte aan het houvast dat het oude systeem biedt. De energetische resten komen los als ze besluit om nu definitief voor zichzelf, het individu, te kiezen. Tot besluit van de sessie sluit ze de Samurai in haar hart. Ik voel me aardig tevreden over mijn werk, maar…
Opeens schiet ze stijf overeind! Ik schrik me kapot van de verstarde blik in haar ogen en ik hoor een klein smekend stemmetje: “Help me, het is nog niet af, er moet nog iets uit me!” Spoedig blijkt dat haar ‘innerlijke kinderen’ -die we in voorgaande sessies geïntegreerd hebben-, doodsbang zijn voor de Samurai die ze nu in haar hart heeft gesloten!
Met behulp van de veiligheid die mijn cliënte hem biedt en de veiligheid die ik geef door haar stevig vast te houden, begint de Samurai als een gepijnigd beest het eeuwenlang opgekropte verdriet uit te huilen. Haar stem zakt zowat twee octaven.
Ik weet nu wat er aan de hand is. Eerst laat ik de Samurai zijn verdriet ontladen. Vervolgens vraag ik hem, daarbij een beroep doend op zijn eergevoel, of hij en mijn cliënte dezelfde ziel zijn. Een krachtig “nee!” is het antwoord. Het blijkt dat de ziel van onze Samurai na zijn dood troost zocht bij de eerdergenoemde geisha. Niet de Samurai maar de geisha blijkt een eerdere incarnatie van mijn cliënte te zijn.
Donderende klap
Met veel tact en liefde is zij er uiteindelijk in geslaagd om hem te laten vertrekken. Hij was een verstarde en verscheurde, maar tevens gevoelige en dappere persoonlijkheid. Het ga hem goed, op weg naar de zon. Even later lig ik in bed, in het donker. Plotseling valt boven in mijn atelier met donderende klap een blok hout om. Een laatste groet?
Niet zo handig van me, om een bij de nek aangehechte obsessor in het hart van de cliënte te laten sluiten. Hoewel alles zich daardoor wel zeer snel en duidelijk oploste. Al met al is dit de vierde keer in korte tijd dat ik in mijn praktijk op een obsessor stuit. Een korte inventarisatie leert dat ze het volgende met elkaar gemeen hebben:
- Ze zijn in verwarring en zoeken hulp (bewust of onbewust).
- Ze hechten aan bij een hen vertrouwd persoon en/of bij iemand die -al dan niet met hulp- over de kwaliteiten beschikt om de obsessor te helpen.
- Er is een gemeenschappelijk element in ervaring, karakter of situatie van cliënt en obsessor.
Ik begin van obsessors te houden, laat ze maar komen!