Marlboro man

ROB BONTENBAL
Marlboro Man (1992)

Ik heb 20 jaar gerookt.
Wanneer u nu reageert met een onverschillig ‘so what?’ word ik een beetje verdrietig. Ik ben namelijk gestopt.
Op het moment dat u dit leest zal het een week of acht zijn. Het ligt het dus nog een beetje gevoelig.
Veel mensen hebben geen flauw idee wat een anker is, laat staan dat ze beseffen hoeveel ankers aan dat roken vastzitten! Het schrijven van deze column bijvoorbeeld was meestal goed voor een sigaret of 5, het hele blad hoofdredigeren zeker voor 10 pakjes, zo niet meer. Het zou me dan ook niet verbazen wanneer het plotseling afbreken van de toevoer van nicotine, resulterend in een stevig schrijversblok, dit blad een paar dagen te laat heeft laten verschijnen.

Natuurlijk schaamde ik me rot dat ik -als therapeut- nog rookte. Hier in Nederland ging het nog, maar in Duitsland, Zwitserland en de VS was ik van de deelnemers aan seminars en opleidingsgroepen vaak de enige die zenuwachtig werd wanneer pauzes te lang uitgesteld werden.
Een Amerikaanse vroeg me eens, op het moment dat iedere yup in haar land aan het fitsnessen geslagen was, waarom ik eigenlijk nog rookte. “Because it’s lower class”, antwoordde ik. Het was het eerste wat in me opkwam. We hebben daar allebei een dag over nagedacht. Toen begreep ik het tenminste. Dat weerhield me er overigens niet van om rustig door te paffen.
Toen mijn lichaam en non-verbale signalen van een aantal belangrijke mensen in m’n leven me vertelden dat het nu toch echt tijd werd om te stoppen, heb ik mijn therapeute opgebeld. Tot mijn verrassing kwamen we niet tot een afspraak voor een sessie, maar tot een afspraak om samen te stoppen. Haar kinderen legden overal briefjes neer met ophouden-met-roken-slogans. Door mijn telefoontje begreep ze dat ze die briefjes nu toch eindelijk een keer serieus moest nemen.
Wanneer we zouden stoppen bleef nog even onduidelijk. De feestdagen kwamen eraan en 1 januari was zo’n cliché, “dus maar ergens in januari.” Het leven als therapie.
Met het nieuwe jaar net een paar dagen oud vroeg m’n partner -echt héél voorzichtig- of ik nog zou stoppen binnen afzienbare tijd. “De 6e,” zei ik spontaan. Het begin van de oefenweek met tweedejaars studenten. Die week bood in mijn herinnering voldoende mogelijkheden om welke frustratie dan ook af te reageren. “Of ik me reeds een beetje had voorbereid.” Nee dus. Als verslaafde blijk ik niet of nauwelijks toegang tot mijn therapeuten-bewustzijn te hebben. “Of het toch niet verstandig was me een beetje voor te bereiden.” Ja dus.
Met de workshop van Morris Netherton nog niet zo lang achter de rug, leek me het op zoek gaan naar roken als overlevingsstrategie een aardig begin van zo’n voorbereiding.
Ik ging dan ook rustig in m’n lekkerste stoel zitten, stak een Marlboro aan met m’n Zippo, sloot de ogen, inhaleerde diep en liet de indrukken komen.
Met zo’n MES was dat niet moeilijk.

Badhoevedorp 1945. Nee toch, niet weer die verdomde karbiedlamp! Op het moment dat ik me (met behulp van moeder) door het geboortekanaal wring, begint de lamp die de huisarts nodig heeft om in de geblinddoekte slaapkamer van mijn ouders nog enig licht te hebben op z’n allersmerigst te walmen en te roken. Ik begrijp het: waar rook is is leven. Dat maakt meteen duidelijk waarom iedereen altijd zegt dat ik rook alsof m’n leven er van afhangt.

New York 1942. Dat laatste leven blijft ook maar terugkomen. Ik lig weer buiten in de sneeuw. Om me heen branden rokerige vuurtjes in olievaten, in de stevige vrieskou vormt m’n ademhaling witte rookachtige pluimen. Dat is het laatste wat ik bewust beleef voor ik met een fles ‘moonshining’ in m’n hand doodvries. Inderdaad: waar rook is is (nog) leven.

Amsterdam 1970. Ik heb de zestiger jaren grotendeels gemist, maar de zeventiger jaren zullen me niet ontsnappen. Vol overgave duik ik het studentenleven in. In rokerige kroegen en discotheken ben ik op zoek naar……. mezelf natuurlijk. Wat ik vind na de eerste week stappen is vooral de Marlboro Man. Waar rook is is leven in de brouwerij.

Op 6 januari hebben m’n therapeute en ik met de blues in onze longen afscheid genomen. Ik van de Marlboro Man, zij van haar eigen rookmagiër. Met een vooral rokerige ceremonie. Waar rook is wás leven….., maar echt geloven kan ik het nog niet helemaal…..