Het zit in me…. maar het komt er niet uit.

MARIANNE NOTSCHAELE-DEN BOER
“Het zit in me….. maar het komt er niet uit.” (1994)

Rietje (57) heeft het afgelopen jaar in een aantal sessies gewerkt aan het verbeteren van haar zelfvertrouwen. Ze komt wat meer voor zichzelf op; ze doet dingen die ze zelf leuk vindt, zoals het volgen van yogalessen. Hierbij viel het haar op dat ze aura’s van anderen kan waarnemen. Sinds een paar maanden is ze de trotse babysit van haar eerste kleinzoon. Niemand kan zo goed met de huilende baby omgaan als zij: als hij huilt strijkt ze gewoon even langs zijn lichaampje en dan is hij rustig. “Ik zou graag iets meer willen doen met dat aurahealen. Ik vind het leuk om te doen. Ik weet dat ik meer in me heb, maar het komt er niet uit. Het stroomt niet door”.

Een arts met ‘helderziende gaven’ had haar ooit gezegd: “Er zitten nog veel talenten in je, maar het duurt nog lang voor het naar boven komt”. Dat was ruim 15 jaar geleden. Ik vraag of het geen tijd wordt wat er in zit eens naar boven te laten komen? Vol verbazing kijkt ze me aan alsof ze water ziet branden. Jarenlang vond ze het verdrietig dat het nog zo lang zou duren voordat ze echt wat kon. Nu ze er steeds meer achter komt wat ze zelf echt leuk vindt, wordt ze steeds opstandiger. Ze wil nu ook weleens wat kunnen! “Ik wil ook wel eens talenten hebben waar ik wat mee kan doen!” En assertief vervolgt ze: “en ik wil vandaag in dit leven werken, want al die Atlantislevens, daar heb ik genoeg van!” (Deze ‘escape’ hou ik in de gaten, maar ergens komt het me wel goed uit. Ook ik ben mijn Atlantiservaringen eventjes spuugzat. Toevallig (?) krijg ik de laatste tijd alleen maar cliënten die in narcose- of gifervaringen duiken.)

Borstoperatie
Ik vraag of “er zit veel in me, maar het komt er niet uit” haar bekend voorkomt? “Een week na de geboorte van mijn dochter -ik was toen 22- bleef de melk zitten in mijn borsten en ging ontsteken. Ik werd ziek, kreeg hoge koorts en moest naar het ziekenhuis. Ik kon de baby niet voeden (verdrietig). Ik had pijn in mijn borsten en moest doodstil blijven liggen. Ik had haar kunnen voeden, maar het kwam er niet uit (boos). Ik weet nog wel dat ik na de operatie geen zin had om wakker te worden, mijn hoofd was lekker doezelig. Verder herinner ik me niks, ik weet niet eens meer hoe ik in het ziekenhuis ben gekomen of hoelang ik er ben gebleven. Waarom kom ik daar zelf niet op?” Ik opper: “Zoiets als, de gedachte zit er wel, maar het komt er niet uit”? Met open mond kijkt ze me wazig aan: “Ik kan me van heel die operatie niets meer herinneren!! Hoe kan dat nou?” Rietje wil uitzoeken wat er nu precies gebeurd is rond die operatie. Bovendien wil ze dat haar talenten naar boven kunnen komen. Ze wil zo nu en dan aurahealen bij haar kleinzoon en wat kennissen. Om mensen op een spoor te zetten (‘voeden’ zoals ze het zelf noemt), te laten groeien en daarvan te genieten.

MES-brug
Rietje zoekt een comfortabel plaatsje op het matras te midden van vele kussens. Ze concentreert zich op de situatie vlak na de geboorte van haar dochter. Ik laat haar herhalen “ik heb meer in me, maar het komt er niet uit” (M). Ze voelt zich wat verdrietig (E) en vooral moe en koortsig (S). Haar borsten beginnen pijn te doen (S). De pijnscheuten worden heviger en ze floept terug in de tijd.

Rietje is 22. Haar baby is een week oud en zijzelf ligt met hoge koorts in bed. Ze heeft stekende pijn in haar borsten, weet niet goed wat er aan de hand is. Ze voelt zich heel verdrietig: ze kan haar baby niet voeden. De melk in haar borsten is aan het ontsteken: “ik heb melk in me, maar het komt er niet uit”. Tranen rollen langzaam over haar wangen. Haar hoofd voelt verdoofd “alsof ik in witte wolken hang”.

Deze wolken hebben te maken met de inhoud van twee verdovingsspuiten die de huisarts geeft in haar rechterbil met de woorden: “Het is te laat, er moet geopereerd worden. Ga maar lekker slapen….” De verdoving sluipt als “groen gif” heel haar lichaam binnen. Ze wordt suf en kan het allemaal niet meer volgen. Via de geluiden rondom haar volgen we wat er precies gebeurt.

Leuke rollade
Gillende sirenes van een ziekenauto. Rietje wordt in allerijl naar het ziekenhuis gebracht. Ze krijgt een derde verdovingsspuit (“paars gif”) en wordt naar de operatiezaal gereden. Met het nogmaals herhalen van “het zit er wel in, maar het komt er niet uit” belanden we middenin de borstoperatie. Het chirurgisch team is bezig: “Pak die draad, grijp niet mis”. “We maken er een leuke rollade van”. Een operatiezuster peutert geïrriteerd onder toeziend oog van de chirurg aan een pees. “Het zit vast, het komt er niet uit”. Na wat geharrewar wordt de pees weggesneden. “Dichtmaken maar”.

Eén operatie blijkt echter niet voldoende. Nog suf van de operatie hoort Rietje een dokter bij het ziekenhuisbed zeggen “het pus komt er niet uit, het is hard nodig dat er weer gesneden wordt”. De narcose die bij deze operatie gebruikt wordt komt als” knalgroen gif” haar lichaam binnen. Gekletter van operatie- benodigdheden. “We halen het niet, er is te weinig tijd. Het komt er niet op tijd uit”. Een geïrriteerde operatiezuster maakt zich druk om haar afspraakje….. de operatie duurt langer dan gepland.

Met het herhalen van het postulaat check ik meteen andere narcoses in Rietjes huidige leven. Er zit nog een kaakoperatie in de weg, jaren later. De kaakchirurg morrelt chagrijnig in haar gebit: “de kies zit achterin vast, ik krijg hem er niet uit”. Rietje begint te beseffen dat “het zit er wel in, maar het komt er niet uit” toebehoort aan anderen. Zorgvuldig ademt ze de bewuste energie/zinnen terug naar hun rechtmatige eigenaars met een “dat is van jullie en niet van mij!”

Gifopeenhopingen
We concentreren ons op de grote hoeveelheid verdoving/narcose die nog in haar lichaam aanwezig is. Het is een bonte verzameling van kleuren, met opeenhopingen in haar hoofd en borststreek. De laatste drie kwartier van de sessie ademt Rietje de kleuren buiten haar energiesysteem. Onder mijn voortdurende aanmoedigingen dat “al die troep er nu uit kan” gaat het ademen langzaamaan over in kuchen, hoesten, spugen, kokhalzen en een beetje overgeven. Dit lichaamswerk wordt vergezeld van NLP-achtige affirmaties dat haar talenten eveneens naar boven mogen komen. Als de kamer ‘volhangt’ met resten verdoving/narcose komt uiteindelijk haar lichaamsgevoel terug! Beetje bij beetje. Haar borsten steken “alsof ik net een operatie achter de rug heb.” Met het herkrijgen van haar helderheid wordt ook de koppeling baby-toen/kleinzoon-nu, niet kunnen voeden-toen/mensen willen aurahealen, “voeden en laten groeien”-nu duidelijk.

Engeltjes en duiveltjes
Ik vraag wat haar lichaam nog nodig heeft nu al die rommel eruit is. En dan volgt een prachtig einde. Tot nu toe zat er in haar lichaam een grijnzend duiveltje “haha, ik heb je lekker vast met die kwade narcose”. Maar nu kan er een lief engeltje komen. Het zweeft boven haar kruin, draait aan een gouden schroefje en zegt: “Zet je bolletje maar open, dan krijg je kracht van boven. Die mag je helemaal door je heen laten stromen. Je mag zelf het kraantje regelen”. Een gouden stroom energie vult haar lichaam en energieveld op. Daarmee bouwt Rietje een compleet nieuw lichaam op: ze vormt eerst een skelet en laat de gouden energie doorwaaien zodat haar lichaam echt helemaal zuiver is. Spieren, pezen, gewrichten, organen, ze bouwt het zorgvuldig op en sluit het af met het spannen van haar huid om haar nieuwe, schone lichaam. Ze opent haar ogen met een “Ziezo, alles wat er in zit kan er nu uit. Het stroomt weer door, het gif is eruit”.

In het nagesprek meldt Rietje dat ze in die witte wolkenmassa behalve injectiespuiten ook grote gekantelde kristallen zag zweven. “Maar ik had gewoon even geen zin in Atlantis, dus heb ik maar niks gezegd… dat doe ik wel een andere keer”. (Het klopt:…. de kosmos is vriendelijk! Soms regelt alles zich vanzelf.)

Van klein naar groot
Inmiddels heeft ze opgetogen telefonisch verslag gedaan van haar vorderingen op het gebied van aurahealing. De afschermoefeningetjes die ik haar daarvoor geleerd heb verliest ze niet uit het oog. Van het kleine werk (kleinzoon) is ze overgestapt naar het grotere werk (haar moeder van over de tachtig die – hoe sceptisch ook- moest constateren dat het aurahealen van haar dochter meer effect had dan de injecties van een pijncentrum). Rietje ‘voedt’ en geniet van het ontplooien van haar talent.

Polariteit
Wederom heb ik het nodige opgestoken van mijn cliënte in bovengenoemde sessie:

  • Het wapperen met mijn handen (zoals ik dat oneerbiedig noem) tijdens sommige sessies om gif e.d. uit het lichaam van de cliënt te krijgen ….. dat is dus blijkbaar aurahealing.
  • Atlantis mag ik gelukkig even laten rusten,…..voor zolang als het duurt.
  • De medische/biologische kennis, die ik tijdens de SRN-opleiding weleens miste, vul ik aardig aan op deze manier.
  • Maar wat moet ik met al die narcose- en gifervaringen? Ik heb zeker flink wat goed te maken op dat gebied. De laatste tijd haal ik opmerkelijk veel mensen in sessies uit verdovingen. Moet ik dan toch bekijken wat ik uitgespookt heb in een of ander Inca-rijk? Een cliënte gaf me onlangs ten afscheid een Inca-broche waarbij ik dacht: daar moet ik nog wat mee….. maar ik stel het maar steeds uit. Gingen die mensenoffers indertijd niet gepaard met flink wat rituelen en verdovingen?….. Wat was er ook al weer zo leuk aan polariteit? Misschien dat het tijd wordt dit stuk naar boven te laten komen. Ik weet dat het er zit……